Rutger en Arend zonen van wijlen Jan Rutgers van GRIENSVENNE bij wijlen Elisabeth zijn huisvrouw dochter van wijlen Nijclaes AERTSEN; Peeter Wouterssoene van HANNEN en Geraert zoon van Nijclaes Wouters van HANNEN, momboirs over Nijclaes en Jan, minderjarige kinderen van wijlen Anthonis zoon van wijlen Jan en Elisabeth voorsz bij wijlen Elijsabeth zijn huisvrouw, dochter van wijlen Nijclaes Wouters van HANNEN, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, te St Michielsgestel en Den Dungen; verder renten en chijnsen.
05.01.1600 | RA 1853 | f 1

Laureijns, Herman en Willemken, kinderen van wijlen Philips zoon van wijlen Willem LOIJEN bij Jenneke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan PETERS; Jan Jans van RAVENSTEIJN man en momboir van Maeijke zijn huisvrouw en Nijclaes Laureijns DONCKERS in huwelijk hebbende Heijlke, beiden dochters van Philips en Jenneke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, te 's-Hertogenbosch een huis met zijn aangelag in de Ortenstraet, te Belveren onder Haeren, te Bockhoven; verder renten en chijnsen.
11.02.1600 | RA 1853 | f 9

Joncker Henrick van der CLUSEN, Heer tot Dommelen, man en momboir van Maria van den NIJEUWENHUIJSE zijn huisvrouw, dochter van Meester Dominicus van den NIJEUWENHUIJSE, ter eenre Adriana van GAMEREN, weduwe van Frans HAVENS, haar eerste man, met Jan THOMAS, haar laatste man, mede in den naam van haar kinderen en Baelken VOGELS weduwe van Gerart zoon van Jacop DONCK bij Cornelia zijn huisvrouw dochter van Aert, van GAMEREN, voor haar zelve en voor haar kinderen bij Gerart voorsz ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Meester Dominicus van den NIJEUWENHUIJSE en Maria van GAMEREN, te Heuclom onder Oisterwijk.
16.03.1600 | RA 1853 | f 14

Joncker Godefroij ABSLOONS, voor hemzelve; Lambert STOOTERS voor hemzelve en voor zijn broeder Mr Goijaert STOOTERS; Cornelis van de LEEMPUT en Daniel van VLIERDEN, allen momboirs over de kinderen van wijlen Jan STOOTERS bij Maria zijn huis vrouw, dochter van Meester Franchoijs van BALEN, raetsheer van 's-Hertogenbosch, gaan een erfdeling aan van een hoeve te Heze onder Rosmalen, van welke hoeve Joncker ABSLOONS 1/10e gedeelte toebehoort; de resterende 9/10 parten bezitten zij gemeenschappelijk.
23.03.1600 | RA 1853 | f 18

Franchoijs zoon van Dierck LOEFF, voor hemzelve en voor zijn broeder Anthonis LOEFF, voor de ene helft, Jan Henrick AELBERTSEN, Jan KEMP in huwelijk hebbende Christina dochter van Henrick AELBERTSEN voorsz, voor hem zelve en voor Agnes dochter van Henrick AELBERTSEN voorsz; Franchoijs voorsz nog momboir over Henrick en Philips, minderjarige zonen van wijlen Henrick AELBERTSEN voorsz, voor de andere helft, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Margriet dochter van Henrick LOEFF weduwe van Dirc Lambert REMMERS krachtens haar testament: renten en chijnsen.
22.03.1600 | RA 1853 | f 22

Henrick zoon van Henrick zoon van Henricx RUTTEN bij Magdalena zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan zoon van Henrick DEELIS, voor hem zelve en voor Willem en Heijlwich zijn broeder en zuster; Huijbert zoon van Huijbert HUIJBERTS man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw, ook dochter van Henrick Henricx RUTTEN bij Magdalena voorsz en Goijaert zoon Peeter GOIJAERTS man en momboir van Arijcke zijn huisvrouw dochter van wijlen Henrick zoon van Jan Henrick DEELIS, allen voor 1/3 gedeelte; Geelis zoon van Jan Geelis WEIJGERGANCX man en momboir van Henricxken zijn huisvrouw dochter van wijlen Henrick zoon van wijlen Jan Henricx GEELIS voorsz, Peeter zoon van Sebert JACOPSZ in huwelijk hebbende Metken dochter van wijlen Henrick Jan Henricx GEELIS; Henrick zoon van wijlen Henrick Jan Henricx GEELIS en Margriet, zijn zusters kind, voor hemzelve en nog Peeter COLEN man en momboir van Maria zijn huisvrouw ook dochter van wijlen Henrick Jan Henricx GEELIS, voor 1/3 gedeelte; Willem Henricx WILLEMS man en momboir van Glorijken zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan PEETERS bij Glorijke dochter van wijlen Jan Henricx DEELIS, voor 2/5 in het resterende derde gedeelte; Lenaert en Catharina, kinderen van wijlen Henrick zoon van wijlen Jan Henricx DEELIS, voor het derde en vierde vijfde part in het resterende derde gedeelte; Jan PEETERS man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw dochter van wijlen Henrick Jan Henricx DEELIS, voor het resterende vijfde gedeelte in het laatste derde part, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Agnes dochter van wijlen Jan Henricx Deelis WEIJGERGANCX: te St Michielsgestel omtrent de Pettelaer, Den Dungen, Rosmalen.
23.03.1600 | RA 1853 | f 34

Hendrick zoon van Wouter BOUDEWIJNS bij Aleijd zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan NOPPEN bij Swaentken dochter van Geraert HENRICX; Roeloff en Henrick, zonen van Jan NOPPEN en Swaentken voorsz en Herman Aerts van EERSEL momboir over de minderjarige kinderen van Herman van EERSEL voorsz bij wijlen Engelken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Wouter en Aleijd voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan NOPPEN en Swaentken voorsz: te Bochoven, Orten; voorts renten, pachten en chijnsen.
27.04.1600 | RA 1853 | f 38

Jan en Arnt zonen van wijlen Wouter Jans van HAMONT bij Aleijt dochter van Dirck van BIJLANT en Jan zoon van wijlen Jaspers van BLADEL in huwelijk hebbende Catharina, dochter van Wouter en Aelijt voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: pachten renten en chijnsen.
29.04.1600 | RA 1853 | f 44

Lambert en Henricxken, kinderen van wijlen Gerart zoon van Henricx MOENS; Henrick zoon van Jan JORDENS in huwelijk hebbende Elijsabeth, Jan SONNIUS man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw, beiden dochters van Gerart Henricx MOENS, Servaes en Geraert zonen van wijlen Anthonis zonen van Geraert Henricx MOENS, allen kinderen van Henrick MOENS bij Diercken zijn huisvrouw, gaan erfdeling aan van goederen te Son.
15.05.1600 | RA 1853 | f 49

Everaert zoon van wijlen Jan zoon van wijlen Everaert van de WATER de Oude; Jan zoon van wijlen Everaert Jansz van de WATER; Henrick zoon van Henrick GREVENRAET man en momboir van Maria zijn huisvrouw dochter van Everaert Jansz van de WATER, voor henzelven en mede voor Henrick, Jeronimo, Aerd en Peter, ook zonen van Everaert Jansz van de WATER; Gijsbert van de VELDE een van de momboirs over de kinderen van wijlen Sijmon zoon van wijlen Jan Everaerts van de WATER de Oude; Sijmon van BETHMER man en momboir van Beelken dochter van Everaert zoon van Everaert van de WATER de Oude, voor henzelve en gemachtigd door Franchoijs zoon van Everaert Everaerts van de WATER voorsz; Dierck van KESSEL gemachtigd door Meester Jacob BEX man en momboir van Catharina zijn huisvrouw; Gooswijn van ACHELEN in huwelijk hebbende Josina ook dochter van Everaert zoon van Everaert van de WATER de Oude bij Josina van der CAMMEN voor henzelven en in den naam van de erfgenamen van Jenneke dochter van Everaert Everaert van de WATER de Oude bij Johanna MONICX, zijn laatste huisvrouw; Jan zoon van wijlen Jan de BECKER bij Aelken zijn huisvrouw, dochter van Everaerts van de Water de Oude, voor henzelven en in den naam van zijn kinderen; Henricxken dochter van wijlen Jan de BECKER bij Aelken voorsz; Jaecques van STRIJP man en momboir van Mechtelt zijn huisvrouw ook dochter van Jan en Aelken voorsz, voor henzelven en hen fort en sterk makende voor Meester Everaert en Beelken, kinderen van Jan en Aelken voorsz; Beelken dochter van wijlen Gielis van HEDEL, Bagijn op de Grote Bagijnhof te 's-Hertogenbosch, bij Geertruijd ook dochter van Everaert van de WATER de Oude, haar fort en sterk makende voor de kinderen van Catharina dochter van Gielis en Geertruijd voorsz; Jan zoon van Jan van der SLUIJS bij Maijke dochter van Gielis van HEDEL en Geertruijd, allen erfgenamen van Meester Peeter, zoon van Everaert van de WATER, canonick van de cathtedrale kerk van St Jan Evangelist te 's-Hertogenbosch gaan erfdeling aan van de goederen van Meester Peeter: te 's-Hertogenbosch: het huis de Rolwagen in de Vuchterstraet, Empel, Maren Nulant; voorts renten en chijnsen (zie ook: 26.5.1600, f 68).
14.05.1600 | RA 1853 | f 56

Christina van FLERU, dochter van wijlen Joncker Franchoijs van FLERU bij Maria van GERWEN; Hans van DELFT, gemachtigde van Joncker Bartholt van FLERU, zoon van Joncker Franchoijs bij Maria voorsz; Margriet van WIJCK weduwe van Joncker Franchoijs ook zoon van wijlen Joncker Franchoijs bij Maria voorsz; Joncker Joris van EIJNDHOUTS man en momboir van Cunera zijn huisvrouw en Joncker Geraert van GERWEN in huwelijk hebbende Franchoiske, beide dochters van Joncker Franchoijs bij Maria voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Joncker Franchoijs van FLERU en wijlen Maria van GERWEN: te Stiphout, Lieshout, Beeck bij Aerle en verder chijnsen pachten en renten.
26.05.1600 | RA 1853 | f 64

Joncker Herman en Anna, kinderen van wijlen Meester Peter van de MIDDEGAEL; Joncker Wilhem van BOSHUIJSEN zoon van wijlen Joncker Guiliam van BOSHUIJSEN man en momboir van Goeswina zijn huisvrouw dochter van Meester Peter voornoemd bij wijlen Anna van BREMPT zijn huisvrouw, dochter van wijlen Joncker Herman van BREMPT bij wijlen Anna van der AELSFOIRT dochter van Joncker Goeswijn van der AELSFOIRT bij wijlen Elijsabeth SUERMONTS, zuster van wijlen Joncker Jacques SUERMONTS, beiden kinderen van wijlen Joncker Jan SUERMONTS, voor henzelven en nog voor Elijsabeth dochter van wijlen Mr Peter bij wijlen Anna voorsz en ook voor Gilibert de REBREVETTES man en momboir van Elijsabeth voorsz en nog voor de onbejaarde kinderen van wijlen Joncker Guiliam zoon van wijlen Meester Peter bij wijlen Anna voorsz, welke kinderen in Spanje wonen; Joncker Lambrecht MILLINCK van GERWEN zoon van wijlen Joncker Lambrecht MILLINCK van GERWEN bij wijlen Anna van BREMPT in haar laatste huwelijk, voor hem zelve en hem fort en sterk makende voor Heijlwich zijn zuster, die 22 jaar oud is, beiden nog als erfgenamen van hun overleden zuster Anna MILLINCK van GERWEN, ter eenre en Joncker Jan PELS zoon van wijlen Joncker Geraert PELS bij Helena van BREMPT ook dochter van wijlen Joncker Herman van BREMPT bij Anna zijn huisvrouw, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Joncker Herman van BREMPT en Anna van der AELSFOIRT, te Overasselt, Oss, Oijen, Teeffelen, Loosbroeck, Dinther, Vechel en verder: renten pachten en chijnsen.
31.07.1600 | RA 1853 | f 69

Maria weduwe van Gerart Abraham van HOUWELINGEN, luitenant in een compagnie ruijters van Heer GROBBENDONCK, ter eenre Robbrecht van BRUHESEN, Willem DACHVERLIES, Joost LENAERTS en Roelof Jan GLUIJNER momboirs over de minderjarige kinderen van Maria en Gerart voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Gerart voorsz te 's-Hertogenbosch het huis de Son, op de Hooge Steenwech.
19.07.1600 | RA 1853 | f 75

Heer Anthonis van GROBBENDONCQ tot GROBBENDONCQ en zijn vrouw Barbara dochter van wijlen Heer Anthoni KERMANS, Ridder, hebben bij hun testament van 12.7.1599 gepasseerd voor notaris Peter Aerts van HEES te 's-Hertogenbosch hun goederen toegedeeld aan Josina van BRECHT, dochter van de Hoogschout van 's-Hertogenbosch, Jacob van BRECHT, Ridder; haar broeders Joncker Jacob van BRECHT, Canonick van O.L.Vrouwe tot Aken en Joncker Philips van BRECHT, hoogschout van 's-Hertogenbosch Zij approberen dit testament.
11.08.1600 | RA 1853 | f 79

Dierck en Willem, zonen van wijlen Bernart zoon van Dierck Willems van KESSEL en Anthonis de LOUW, man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw, dochter van wijlen Bernart voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun vader en zijn zuster Willemke ook dochter van Dierck Willems van KESSEL: renten en chijnsen.
18.08.1600 | RA 1853 | f 81

Adriaen, Willem en Elijsabeth, kinderen van wijlen Matijs zoon van wijlen Willem Zeger van der MERENDONCK bij wijlen Margriet zijn huisvrouw, dochter van Peter COLEN; Adriaen zoon van wijlen Sijmon zoon van Henricx Sijmon RUTTEN, man en momboir van Anna zijn huisvrouw, dochter van wijlen Matijs en Margaretha voorsz; Andries Jan ANDRIESSEN, Marten Peter COLEN, Willem Aerts van der MERENDONCK en Peter zoon van Coill PETERS, momboirs over Peterken, Arijken en Jenneke minderjarige dochters van wijlen Matijs en Margriet voorsz gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Matijs en Margriet te Den Dungen op de Keer, St Michielsgestel; renten en chijnsen.
10.11.1600 | RA 1853 | f 85

Wierick van WETTEN, zoon van wijlen Ghijsbert van WETTEN bij Aleijth zijn huisvrouw dochter van wijlen Peter MARS te 's-Hertogenbosch heeft bij testament - op 19.11.1485 gepasseerd voor Willem SPIERINCK, priester en notaris, welke testament geredigeerd is door Hendrick van LOO, notaris te 's-Hertogenbosch - bepaald, dat zijn dochter Margriet, geprofest in het Convent van O.L. Vrouw Coudewater te Roosmalen, een erfpacht van 1/2 mud rogge uit de goederen van wijlen Aleijt zal hebben. Na haar dood zal deze pacht overgaan op haar broeders en zusters. Daarna heeft Roeloff van DIJCK, voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 22.11.1543 aan Jasper zoon van Hendrick JACOBSZ ten erfchijns uitgegeven van en uit een huis te Rosmalen een erfpacht van 1 malder rogge, een grondchijns van 10 chijnshoenders en een chijns van één gulden.
Deze roggepacht is Marcelis zoon van Marcelis Marcelis de BRUIJN en zijn broeder Joost bij erfdeling ten deel gevallen. Margaretha weduwe van Marcelis Marcelis de BRUIJN trouwt op 13.8.1581 met Jan van BOERDONCK, waarbij Margriet de erfpacht aan Jan van BOERDONCK overgedragen heeft. Zij verklaart nu dat Jan de erfpacht afgelost heeft met 40 karoli guldens.
02.09.1600 | RA 1853 | f 93

Wouter zoon van wijlen Jan Henricx EELKENS bij Arnolda zijn huisvrouw dochter van Henrick Jans ZEIJSSEMAECKERS; Henrick BOUDEWIJNS man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw dochter van Jan en Arnolda voorsz; Wouter en Henrick voorsz, elk voor de helft erfgenamen van de portie van Ghijsbert zoon van Jan en Arnolda voorsz; IJda dochter van Jan en Arnolda, gemachtigd door haar man Emont Peter GOIJAERTS; Willem Willems van der MEER man en momboir van Heva zijn huisvrouw, dochter van Jan en Arnolda voorsz; Wouter en Hendrick BOUDEWIJNS, testamentaire momboirs van de onbejaarde kinderen van wijlen Henrick zoon van Jan EELKENS bij Arnolda voorsz, daar moeder af is Anneke dochter van Henrick de HONT; Anneke weduwe van Franchoijs Hendricx de BIJE en Maijke haar zuster, Bagijnen op de Grote Bagijnhof te 's-Hertogenbosch, ook dochters van Jan en Arnolda voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te 's-Hertogenbosch: het huis in de Verwerstraet, waarin Willem van der MEER nu woont; een huis op de Vuchterdijcq te 's-Hertogenbosch, in gebruik bij Corstiaen STEVENS, welk huis Arnolda weduwe van Jan EELKENS op 12.8.1595 voor schepenen van 's-Hertogenbosch gekocht had van Dirick Tielmans van DIEPENBEECK; een huis in de St Joris straet bij de Hulsebrug - in gebruik bij de weduwe van Anthonij van de WIEL, welk huis Arnolda gekocht had voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 12.4.1589; twee huizen onder een dak in de Postelstraet; te Oirschot, Empel, Nuland, Vechel, Megen, Haeren bij Megen, Oisterwijk; renten, pachten en chijnsen.
29.11.1600 | RA 1853 | f 100

Arnolda dochter van Henrick Jans van DEURSEN weduwe van Jan EELKENS heeft bij testament aan haar kinderen al haar goederen - gesplitst in zes kavels - toegedeeld. Wegens absentie van haar zoon Ghijsbert is diens portie toegedeeld aan haar zoon Wouter en haar schoonzoon Henrick BOUDEWIJNS. De hun toegevallen goederen mogen ze echter niet verkopen, maar moet na hun dood versterven op hun kinderen of kindskinderen. De erfgenamen van Arnolda approberen deze bepaling in het testament.
29.11.1600 | RA 1853 | f 126

Jacob zoon van wijlen Jacob Jans VERHEIJEN bij Mechteld zijn huisvrouw, dochter van wijlen Marcus WIJTMANS; Jan zoon van wijlen Adriaen zoon van wijlen Jacob Jans VERHEIJEN, voor hem zelve en met Marcus AERTS en Jan Willem ADRIAENS momboirs over Jacob en Wouter, minderjarige zonen van wijlen Adriaen voorsz; Marcus zoon van wijlen Jan zoon van wijlen Jacob Jans VERHEIJEN; Goossen zoon van wijlen Joorden LOENIS man en momboir van Marike zijn huisvrouw en Louis zoon van Henrick BOUWENS man en momboir van Margriet zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan voorsz, voor henzelven; Goossen, Louis en Henrick BOUWENS voorsz momboirs over Jan zoon van wijlen Jan zoon van wijlen Jacob Jansz VERHEIJEN; Marike dochter van wijlen Peter Jansz BEIJ bij wijlen Anneke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jacob Jansz VERHEIJEN en tegenwoordig huisvrouw van Jan Jans van GEMERT; Jacob zoon van wijlen Jacob Jansz VERHEIJEN met Anthonis AERTS, Raeijmaecker en Gerrit LOUISZ momboir over Peter, Anneke en Agnees, minderjarige kinderen van wijlen Marcus zoon van Peter BEIJ bij Anneke dochter van wijlen Jacob Jansz VERHEIJEN, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jacob Jansz VERHEIJEN en Mechteld zijn huisvrouw: te Carkhoven onder Oisterwijk, te Haren bij Oisterwijk te Oisterwijk; renten, pachten en chijnsen.
23.12.1600 | RA 1853 | f 128

Marcus zoon van wijlen Jan zoon van wijlen Jacob Jansz VERHEIJEN bij Mechtelt zijn huisvrouw dochter van wijlen Marcus WIJTMANS; Goossen zoon van Joirden LOENIS man en momboir van Marike zijn huisvrouw en Louis Henricx BOUWENS man en momboir van Margriet zijn huisvrouw dochters van wijlen Jan voorsz; Goossen JOIRDENS, Louis Henricx BOUWENS voorsz nog met Henrick BOUWENS momboirs over Jan minderjarige zoon van wijlen Jan voorsz, gaan subdivisie aan van de goederen, hen bij erfdeling op 23.12.1600, gepasseerd voor schepenen van 's-Hertogenbosch, ten deel gevallen: te Haeren aen de Kerck, te Oisterwijk achter de Hoochburcht, te Helvoirt (zie: 23.12.1600, f 128).
13.01.1601 | RA 1853 | f 139

Henrick en Sebrecht, zonen van wijlen Lambert Henricx VUGHTS bij wijlen Maijke zijn huisvrouw dochter van wijlen Sebrecht JACOPS en Jan zoon van wijlen Aert Willems van der DONCK, man en momboir van Aelken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Lambert en Maijke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders, te Berlicum, o.m. een brouwerij; Middelrode, Schijndel, Den Dungen; verder pachten en chijnsen.
17.01.1601 | RA 1853 | f 142

Mattheus KUIJSTEN zoon van wijlen Henrick KUIJSTEN bij wijlen Angela COOLEN, te Brussel, heeft aldaar op 27.9.1599 zijn testament gepasseerd, waarbij verschillende erfrenten gelegateerd zijn aan het klooster en godshuis van Jerico te Brussel evenals aan de Minnebroeders en de arme Clarissen aldaar, alles te samen fl 1240/00/08 jaarlijks. Over het restant is niet gedisponeerd, doch nagelaten aan zijn catholieke nabestaanden. Ook Angela heeft renten gelegateerd, waarbij bepaald werd, dat alle andere legaten teniet werden gedaan.
De testamenten worden nu aangevochten door Meester Jacob van BALEN, Licentiaet in de rechten, Raetsheer te 's-Hertogenbosch, man en momboir van Angela CREEFT dochter van wijlen Michiel CREEFT bij wijlen Elisabeth zijn huisvrouw dochter van Henrick Mattheus KUIJSTEN.
Er wordt een compromis gesloten, waarbij de conventen genoegen moeten nemen met 4/5 deel van de legaten, waarbij alles geregeld zal worden door Mr Franchoijs van der EEDE, procureur postulerende in de Raad van Brabant.
24.03.1601 | RA 1853 | f 155

Anneke en Adriaen Adriaens van BEECK, bij Adriaentje zijn eerste huisvrouw, dochter van wijlen Henrick Jans PRIEM; Mattheus GOIJAERTS, man en momboir van Diericxken zijn huisvrouw, ook dochter van Adriaen en Adriaentje voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun grootvader Henrick Adriaens PRIEM: renten, pachten en chijnsen.
07.03.1601 | RA 1853 | f 158

Jacoba van HEUKELOM, weduwe van Joncker Johan van STERCKENBORCH en haar dochter Geertruijd van STERCKENBORCH; Johannes van der STEGEN, Raadsheer te 's-Hertogenbosch, zoon van wijlen Mr Johan van der STEGEN, eveneens Raadsheer van 's-Hertogenbosch bij Postuluna van STERCKENBORCH zijn huisvrouw; Joncker Roeloff BERWOUTS man en momboir van Postuluna zijn huisvrouw, dochter van Mr Johan en Postuluna voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van Joncker Ghijsbrecht, zoon van wijlen Joncker Ghijsbrecht van STERCKENBORCH den Ouden bij Apostuluna van de POL, zijn huisvrouw: renten en chijnsen.
12.01.1601 | RA 1853 | f 162

Goosken dochter van wijlen Henricx Goossens BEIJENS bij Elisabeth zijn huisvrouw dochter van wijlen Willem de RAET, weduwe van Dirck Jans ROOVERS, met haar zonen Jan en Dominicus ROOVERS, ter eenre; Willem en Gooswijn zonen van wijlen Mr. Wouter van ACHELEN, Raetsheer te 's-Hertogenbosch, bij Anna zijn huisvrouw, dochter van Henrick en Elijsabeth voorsz, voor de andere helft, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Henrick en Elijsabeth voorsz: te Haeren in de Belversestraet, te Casteren en te Boxtel; te 's-Hertogenbosch twee huizen achter de Mandemakers.
29.03.1601 | RA 1853 | f 165

Henrick Bartholomeus van der ELSFOIRT, Raetsheer van 's-Hertogenbosch, man en momboir van Cornelia zijn huisvrouw dochter van Jacob Peters BREIJ bij Elijsabeth zijn huisvrouw dochter van Aert VASTAERTS; Martijn van der MEER, oock Raetsheer van 's-Hertogenbosch, gemachtigde van Nijclaes zoon van Jacob Peters BREIJ, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te 's-Hertogenbosch het huis het Tonicken op de Marct; te Vucht St Petrus, te Oeteren, Maren en Teeffelen; voorts pachten chijnsen en renten.
19.03.1601 | RA 1853 | f 172

Gooswijn zoon van wijlen Mr Dominicus BEIJENS zoon van Gooswijn Henrick BEIJENS en Catharina zijn zuster, ook dochter van wijlen Mr Dominicus voorsz, weduwe van Raessen zoon van Wouter RAESSEN, gaan subdivisie aan van de goederen hen aangekomen bij erfdeling, gepasseerd voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 29.1.1597, van de goederen van wijlen Aleijt dochter van Gooswijn Henricx BEIJENS en de goederen door Agnes dochter van wijlen Mr Dominicus voorsz, hen bij testament toegescheiden: te Gewande in de Bersehoeve, te Rosmalen op de Roompot; renten en chijnsen.
21.03.1601 | RA 1853 | f 175

Beelken dochter van wijlen Gielis van HEDEL, Bagijn op de Grote Bagijnhof te 's-Hertogenbosch, bij wijlen Geertruijt zijn huisvrouw dochter van wijlen Everaerts Peter van de WATER; Jan zoon van wijlen Jan van der SLUIJS bij Marike zijn huisvrouw dochter van Gielis van HEDEL en Geertruijt voorsz; Sijmon van BETHMER, gemachtigd door Adriaen de LINZELLE, vader en momboir van Franchoijs en Maijken zijn kinderen bij wijlen Catharina zijn huisvrouw ook dochter van Gielis en Geertruijt voorsz; Glaudi Le BOUCK man en momboir van Barbara zijn huisvrouw dochter van Denis DENISZ bij Catharina van HEDEL voorsz, voor hem zelve en ook voor Christoffel ook zoon van Denis en Catharina voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders en wijlen hun oom Peter van de WATER, Canonick van St Jans Evangelisten Kerk te 's-Hertogenbosch: te Empel en Nulant; renten, pachten en chijnsen.
17.04.1601 | RA 1853 | f 178

Joorden Wouters de LEEUW en Cornelis zoon van wijlen Henrick SMULDERS, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan zoon van wijlen Henricx van BROEGEL alias van den DUNGEN: chijnsen.
14.06.1601 | RA 1853 | f 182

Anthonij, Bartholomeus, Deliken, Roelken, Geertruijdt en Josina, allen kinderen van wijlen Lodewijck Bartholomeus van der LIJNDEN bij Oda zijn huisvrouw dochter van Roelof Hendricx van den DUNGEN en Jan zoon van Nijclaes SERVAES man en momboir van Heijlken zijn huisvrouw, dochter van Lodewijck en Oda voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te 's-Hertogenbosch een huis met zijn aangelag in de Hinthamerstraet; Den Dungen; renten, pachten en chijnsen.
23.06.1601 | RA 1853 | f -

Lodewijck zoon van wijlen Jan Claassen DONCKERS, burger van 's-Hertogenbosch, leent 450 car gld van Adriaen zoon van wijlen Willem van ENGELEN.
De helft moet binnen 4 maanden terugbetaald worden, de rest binnen 7 maanden.
Deze lening is gesloten naar aanleiding van de verkoop van een partij lijnwaad door Lodewijck voorsz.
20.09.1601 | RA 1853 | f 184

Henrick de HONT de Oude; Wouter Janssoen EELKENS en Henrick BOUDEWIJNS testamentaire momboirs over de kinderen van wijlen Henrick EELKENS Janssoen bij Anneke dochter van Henrick de HONT voorsz; Anneke dochter van Henric EELKENS bij Anneke voorsz, weduwe van Franchoijs Henricx de BIJE en Maijken dochter van Henric en Anneke voorsz, bagijn op de Grote Bagijnhof, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan EELKENS voorsz bij Arnolda dochter van Henric Jansz van DUERSSE: de helft van twee huizen onder een dak in de Postelstraet te 's-Hertogenbosch bewoond door Joostken weduwe van Leonart ADRIAENSEN, welk pand aanvaard kan worden na overlijden van Joostken, zoals Arnolda voorsz bij testament op 2.11.1598 bepaald heeft; te Druenen, Vrijdom van 's-Hertogenbosch en Vechel; renten, pachten en chijnsen.
24.09.1601 | RA 1853 | f 185

Adriaen zoon van wijlen Adriaen Peters van EMPELL, ter eenre en Elizabeth weduwe van wijlen Eijmbert RUTTEN en met haar Willem Laureuijns van STIPHOUT man en momboir van Derickxken zijn huisvrouw; Hanrick Goossen IJERWERS man en momboir van Agnes zijn huisvrouw dochter van Eijmbert en Elijzabeth voorsz voor henzelve, alsmede voor Catharina, Sophia, Jenneke en Baetken dochters van Elijzabeth en Eijmbert voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen die Adriaen voorsz voor de helft en de anderen voor de rest, erfgenamen van Eijmbert RUTTEN, ongescheiden competeren en welke goederen Adriaen en Eijmbert gekocht hebben van Catharina en Margriet HEESTERS, dochters van wijlen Claes MATTHEUSZ, erfgenamen van Marike dochter van wijlen Anthonis HEIJMANS bij wijlen Jenneke zijn huisvrouw dochter van wijlen Peter Henric VOETS en welke goederen Marike aanbestorven waren door de dochter van wijlen Pauwels zoon van Anthonis HEIJMANS voorsz bij wijlen Geertruijdt zijn huisvrouw: te Alem en Maren.
23.08.1601 | RA 1853 | f 187

Catharina dochter van wijlen Jacop POELMANS bij Jutken zijn huisvrouw, voor haarzelve en haar fort en sterk makende voor de kinderen van Frans HENDRICX bij Cornelia zijn huisvrouw dochter van Jacop POELMANS bij Jutken voorsz; Geraert van WIJTFELT weduwnaar van Hadewijch zijn huisvrouw dochter van Jacop en Jutken voorsz; Heer en Meester Balthasar de BONT, Canonick en Segelaer van het Bisdom van ’s-Hertogenbosch en Meester Jan van STRAESBORCH, momboirs van Geraert en Diederick zonen van Gerard van WIJTFELT bij Hadewijch voorsz, waarvoor zich Gerard voorsz, zich ook fort en sterk maakt en Jasper zoon van Willem ADRIAENS man en momboir van Marijke zijn huisvrouw dochter van wijlen Cornelis zoon van Jacop POELMANS bij Jutken voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te Gestel bij Herlaer; Vrijdom van 's-Hertogenbosch; te 's-Hertogenbosch een huis aen de Marct dat Jacop POELMANS tegen chijns verkregen had van Herman, Aelbert, Henrick en Meester Jacop, zonen van Geraert Henricx van DEVENTER op 8.8.1534; renten, pachten en chijnsen.
25.08.1601 | RA 1853 | f 190

Lodewijck zoon van wijlen Jan Claessen DONCKERS leent 1000 caroli guldens van Rogier Peters van BROECKHOVEN. De lening moet terug betaald worden: de helft vóór 12.2.1602, het restant vóór 12.5.1602.
Deze lening is spruitende uit een proces van Lodewijck tegen de kopers van een partij lijnwaad.
03.10.1601 | RA 1853 | f 194

Lucas en Cornelia, kinderen van wijlen Arien LUCAS bij Anneke zijn huisvrouw, dochter van Louis Jans van HEDEL en Jan Thomas van TURNHOUT, gemachtigd door Louis zoon van wijlen Jan van HEDEL, erfgenamen van Hadewijch dochter van Jasper Goitscalx van den KERCKHOFF bij Jenneke zijn huisvrouw dochter van Louis van HEDEL en Rijcxke weduwe van wijlen Jasper voorsz gaan erfdeling aan van goederen - Lucas en Cornelia voor 2/3 deel en Louis voor de rest: chijnsen.
19.12.1601 | RA 1853 | f 195

Dierck Beonaerts van KESSEL heeft op 17.2.1599 de administratie en het beheer van de goederen van het capittel van St Jans Evangelisten Kerk op zich genomen voor een periode van 8 jaar. Na 2½ jaar kan hij dit beheer niet langer voortzetten en na overleg draagt hij zijn functie over aan Matthijs Ghijsbert van den ANCKER.
31.12.1601 | RA 1853 | f 197

Jan zoon van wijlen Cornelis HENRICX, velblotter, man en momboir van Margriet zijn huisvrouw dochter van wijlen Joost Henrick Peters van GRIENSVENNE bij Margriet zijn huisvrouw, dochter van Michiels Rutten van GRIENSVENNE,voor de ene helft; Dierck JACOBS, van Geffen, aldaer secretaris en Henrick Adriaens van der AA, op den Dungen, momboirs over uacop minderjarige zoon van wijlen Peter zoon van Joost Henrick Peters bij Margriet Michielsz voorsz, voor de andere helft, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Joost Henrick Peters en Margriet voorsz: te Den Dungen, Berlicum, St Michielsgestel en Schijndel; verder chijnsen.
07.01.1602 | RA 1853 | f 198

Mr Leonart VOS, Raetsheer van 's-Hertogenbosch man en momboir van Catharina zijn huisvrouw, dochter van wijlen Henricx GIJSSELEN; Diericxken dochter van Henrick GIJSSELEN voorsz weduwe van Guilliam van SANTEN en Jan Willem BLOEMAERTS momboir over de kinderen van wijlen Goijaert zoon van wijlen Henricx GIJSSELEN bij Weijndelken van CASTEREN zijn huisvrouw, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Heijlken dochter van Henric GIJSSELEN voorsz, eerst huisvrouw van Jan zoon van Adriaen ZEGERS en daarna huisvrouw van Jan ROELOFFS: te 's-Hertogenbosch een huis in de Verwerstraet; te Haaren in de Graafschap Megen, chijnsen en pachten.
11.02.1602 | RA 1853 | f 203

Seberd, Hendrick en Marijcke, kinderen van wijlen Henrick zoon van wijlen Seberd JACOPSE bij wijlen Margriet zijn huisvrouw dochter van wijlen Hendrick GERITS; Dierick zoon van Huijbert Anthonis DIERICX man en momboir van Heijlwich zijn huisvrouw en Frans zoon van Daniel FRANSSE man en momboir van Mechtelt zijn huisvrouw, dochter van Henrick en Margriet voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders en van wijlen Heer en Meester Hendrick Zeberdse van den DUNGEN, hun oud-oom: Den Dungen op de Sporckt, Schijndel.
04.03.1602 | RA 1853 | f 207

Aerd zoon van Jacques zoon van Franciscus van STRIJP bij Luijtgart zijn huijsvrouw dochter van meester Aert PLEVIERS, voor hemzelve en gemachtigd door Jacques MERMAN, man en momboir van Aelken zijn huisvrouw dochter van Jacques en Luijtgaert voorsz; Josina ook dochter van Jacques en Luijtgaert voorsz; Heer en Meester Balthasar de BONT, Canonick van de cathedrale kerk te 's-Hertogenbosch en Segelaer van het Bisdom, gemachtigd van Marike dochter van Jacques en Luijtgaert voorsz, Meester Balthasar voornoemd met Mr Jacop van der PLANCKEN, momboir over Goijaerd en Franske, kinderen van Jacques en Luijtgaert voorsz, gaan subdivisie aan van de goederen, hen aangekomen bij erfdeling van de goederen van wijlen hun vader Jacques van STRIJP: te Vught St Lambert, te Vught St Petrus en Oeteren; chijnsen en renten.
12.04.1602 | RA 1853 | f 217

Peter zoon van wijlen Anthonis Matthijs van de WIEL en Gerard zoon van wijlen Jan zoon van Anthonis voorsz; Peeter Jans van TILBORCH man en momboir van Anneken zijn huisvrouw dochter van Jan Anthonis van de WIEL voorsz, voor hen zelven en Gerard voorsz hem fort en sterk makende voor Catharina dochter van Jan voorsz, allen erfgenamen van Anthonis Matthijs van de WIEL; Catharina dochter van wijlen Roelof DANIELS bij Anna zijn huisvrouw dochter van Joris WIJNANTS, huisvrouw van Jan Gielis van OS; Elijsabeth dochter van Philips zoon van Roelof en Anna voorsz; Geertruijd dochter van Matthijs WERNAERTS bij Jutken zijn huisvrouw dochter van Roeloff en Anna voorsz, weduwe van Aert JANSZ; Jan en Wernaert zonen van Aert JANS bij Geertruijdt voorsz, voor henzelven en hen fort en sterk makende voor de anderen kinderen van Aert en Geertruijdt voorsz; Goijaert zoon van wijlen Wijnant zoon van Roeloff DANIELS bij Anna voorsz; Rijcart JANSZ man en momboir van Jutken zijn huisvrouw en Roelof JANS men en momboir van Catharina zijn huisvrouw, dochters van Wijnant ROELOFFS voorsz, voor henzelven en hen fort en sterk makende voor de andere kinderen van Wijnant voorsz, erfgenamen van Anna voorsz dochter van Joris WIJNANTS, weduwe van Roelof DANIELS en laatst huisvrouw van wijlen Anthonis Matthijs van de WIEL, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Anna Joris WIJNANTS: chijnsen.
17.04.1602 | RA 1853 | f 222

Laurens zoon van wijlen Philips BOIJEN weduwnaar van Marijke zijn huisvrouw dochter van wijlen Lucas CORSTIAENS en weduwe van Anthonis LOUIS; Philips, meerderjarige zoon van Laureijns en wijlen Marijke voorsz, Cathalijn dochter van Laureijns en wijlen Marijke voorsz; Herman zoon van Philips BOIJEN, Jan Jans van RAVESTEIJN en Jan Gerits de BRUIJN momboirs over Heijlwich en Geertruijdt minderjarige dochters van Laureijns en wijlen Marijke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Marijke voorsz: te 's-Hertogenbosch 1/2 huis in de St Jorisstraat welk gehele huis door Antonius zoon van Louis JANS op 17.3.1556 voor schepenen van 's-Hertogenbosch gekocht is van Everden TOLINCK Gijsbertssoen; te Bockhoven en verder chijnsen en pachten.
26.04.1602 | RA 1853 | f 225

Anna dochter van wijlen Joost zoon van wijlen Marcelis Stevens de BRUIJN, Bagijn op de Grote Bagijnhof te 's-Hertogenbosch; Jan Goverts van AKEN man en momboir van Clara zijn huisvrouw; Peter Huijberts van HENCXTHOVEL man en momboir van Johanna zijn huisvrouw, beiden dochters van Joost voorsz en Jan Willem BLOEMAERTS, curator over Henrick minderjarige zoon van Henrick de RUIJTER bij wijlen Margaretha dochter van wijlen Peter zoon van wijlen Marcelis Stevens de BRUIJN, gaan erfdeling aan van de goederen van Joost de BRUIJN: te Empel; voorts chijnsen en pachten.
02.05.1602 | RA 1853 | f 230

Meester Peeter van BROECKHOVEN volgt zijn vader, wijlen Mr Hendrick van BROECKHOVEN op als rentmeester van de Stad en Meijereij van 's-Hertogenbosch. Hij moet een borg stellen voor fl 6000,-, waartoe zich verbinden zijn broeder Rogier van BROECKHOVEN, Raet van 's-Hertogenbosch en zoon van Mr Hendrick van BROECKHOVEN voorsz.
18.01.1602 | RA 1853 | f 237

Alsoe Joost Thijssens van WOENSEL op sijn gespan geladen heeft sestien tonnen herings, sess tonnen Aberdaens (= zoute vis) drie dusent fijfhondert bucking in seven tonnen en een quarteel (= maat voor droge en natte waren) pruijmen omme te vueren nae Weert, soo is gecompareert voir scepenen ondergescreven Peter Willems HOUBRAKEN en heeft hem borge ende cautionaris gestelt binnen twelff offt veertien dagen bij attestatie van de clerck aldaer tot Weert te doen blijcken, de voorsz. goederen aldaer gebracht te sijn. Testes van MEER et SEEGERS.
16.02.1602 | RA 1853 | f 237v

Henrich van de LEEMPUT, casteleijn, schout en rentmeester van het huis Oud Herlaer en van de Heerlijkheid St Michielsgestel; Joncker Godfried ABSLOONS, stadthouder van dese Heerlijckheid en met Adriaen Louis van HEZE, secretaris aldaer, gemachtigd van Graeff Herman van den BERGH stadhouder van het Hertoghdom Gelre, Marquis van Bergen op Zoom en Heer van de Heerlijckheijd van St Michielsgestel, verpachten Adriaen en Peter zonen van Cornelis Jan van BUERDEN de twee korenmolens, de rosmolen en de twee volmolens op de Dommel te St Michielsgestel, ter plaatse geheijten Nijenherlaer, met twee coeschaeren weije in den Bruijl en de windmolen aen de Dungense kant, voor vier jaren voor fl 1400,- per jaar.
13.06.1602 | RA 1853 | f 238

Wilhelm en Goeswijn, zonen van wijlen Mr Wouters van ACHELEN, Raedsheer van 's-Hertogenbosch, bij Anna dochter van wijlen Henricx Goossens BEIJENS, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te 's-Hertogenbosch een huis achter t Wilt Vercken, welk huis hun moeder getransporteerd heeft gekregen bij erfchijns uitgeving door Jan en Wouter, zonen van wijlen Mr Wouter van ACHELEN en de andere voirkinderen van Mr Wouter van ACHELEN op 14.5.1587; te Haren aen de Belverse straat; te 's-Hertogenbosch een huis, de Blauwe Plaetse, achter de Mandemakers, tegenover de Raem; chijnsen en pachten.
22.06.1602 | RA 1853 | f 241

Jan Gielisz van OS en Catharina zijn huisvrouw dochter van Roeloff zoon van Daniels DAEMS bij Anna dochter van Joris WIJNANTS; Elijsabeth dochter van Philips zoon van Roeloff Daniels en Anna voorsz, geinstitueerde erfgename in de portie van Philips, haar vader; Gertrude dochter van Matthijs WERNAERTS bij Juttken dochter van Roelof en Anna voorsz met haar zoon Jan, bij Aerd JANS, Goijaerd zoon van Wijnant zoon van Roeloff Daniels en Anna voorsz; Rijcard JANSZ man en momboir van Juttken en Roelof JANS man en momboir van Catharina beide dochters van Wijnant Roeloffs voorsz, voor henzelven en hen fort en sterk makende voor de andere kinderen van Wijnant voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Anna, weduwe van Roeloff Daniels en daarna huisvrouw van Anthonis van de WIEL en van de goederen aangekomen bij erfdeling van de goederen van Anthonis van de WIEL op 17.4.1602: te 's-Hertogenbosch een camer achter de herberg de Leeuwe, door Roeloff Daniels voorsz gekocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 4.6.1546 van de executeurs van het testament van Elisabeth, weduwe van Willem van HAREN; renten, pachten en chijnsen (zie ook: f 222).
03.07.1602 | RA 1853 | f 247

Herman zoon van wijlen Jacop van CASTEREN bij Anneke zijn huisvrouw dochter van Ghijsberts van BROECHOVEN - Anneke is laatst weduwe van Clement ADRIAENSE - Marten zoon. Jeronimus WIJNANTS man en momboir van Dingna zijn huisvrouw, dochter van Jacob en Anneke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Anneke voorsz en hen aangekomen bij accoord met Ghijsbert EELKENS, man en momboir van Willemke dochter van Clement ADRIAENSE bij Anneke voorsz: te Drongelen, het Ambacht van Zuijdewijn; pachten renten en chijnsen.
26.07.1602 | RA 1853 | f 252

Compromis in een geschil tussen Arnd van VLADERAECKEN, schout van Maesland, ter eenre en zijn broeder, Mr Jan VLADERAECKEN, Goeswijn van den BURCHT man en momboir van Sibilla zijn huisvrouw en Anna, zusters, allen kinderen van wijlen Mr Christoffel van VLADERAECKEN bij Christina zijn huisvrouw, dochter van Mr Aert BELLAERTS, ter andere zijde, welk geschil oorsprong vindt in het testament van hun ouders en in de codicil, gemaakt door Mr Christoffel als langst levende.
Daarna gaan zij een erfdeling aan van de goederen van hun overleden ouders: te Nuland, Geffen, een huis in de Peperstraet te 's-Hertogenbosch; renten, chijnsen en tienden.
23.09.1602 | RA 1853 | f 258

Jan zoon van wijlen Geerit Jansen van den HEUVEL verpacht Huijberden zoon van Goijaert SANDERSSONE, molder te Mierlo, twee watermolens te Dinter op Keelsdonck, ingaande 1.10.1602 voor vier jaren tegen 14 mud rogge per jaar.
30.09.1602 | RA 1853 | f 263

Johan zoon van Michiel van der STERREN, capitein van een ven del voetknechten ten dienste van de Hertogen van Brabant, in huwelijk hebbende Maria, dochter van wijlen Reijnders zoon van wijlen Lambrechts de HAZE, Raetsheer van 's-Hertogenbosch bij wijlen Catharina zijn huisvrouw dochter van wijlen Reijnders van der MEER; Heer en Meester Godevaert van Vlierden, cantor en canonick van St Jan Evangelisten Kerk te 's-Hertogenbosch; Matthijs van der MEERE en Meester Herman PELGROM, Raetsheren van 's-Hertogenbosch, momboirs over Lambrecht en Geertruijd minderjarige kinderen van wijlen Reijnders de HAZE bij Catharina voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te 's-Hertogenbosch een huis met zijn aangelag in de Hinthamerstraet bij het St Jans Kerckhoff, door Reijnder voorsz voor schepenen van 's-Hertogenbosch gekocht op 23.1.1576 van Jan zoon van wijlen Mr Jan van der STEGEN; het huis het Gulden Cruijs in de Hinthamerstraet, een huis in de Gasthuijsstraet door Reijnder voorsz gekocht van Jan GIELISZ voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 27.7.1590; te Aelst bij Eindhoven, leenroerig aan de Heren van GROESBEEK, een uiterwaard te Driel over de Maas tussen Empel en Gewande; te Maeren, Waemel, Vrijdom van 's-Hertogenbosch, te Vught onder Deuteren, St Oedenrode te Littoijen; renten, pachten en chijnsen.
20.11.1602 | RA 1853 | f 265

Mr Johan van BREUGEL Licentiaet in de beide rechten en schepen van 's-Hertogenbosch, gemachtigd door Joncker Philips HINCKART, Heer van Lille, Berge etc. verpacht Delis zoon van Lambert van BAKEL, molder, de wijntmolen en rosmolen, twee dwangmolens tot Osch, met hun aangelag voor een periode van drie jaren.
02.12.1602 | RA 1853 | f 275

Joncker Rogier en Joncker Hendrick, zonen van wijlen Jan MONIX; Joncker Willem van CHENU in huwelijk hebbende Catharina dochter van Joncker Jan MONIX; Joncker Rogier nog met Joncker Willem van CHENU momboirs over de minderjarige kinderen van Joncker Nijclaes van BOSHUIJSEN bij Margriet ook dochter van Joncker Jan MONIX voorsz, Maria van BRECHT dochter van Jan van BRECHT, Ridder, bij Anna MONIX, zuster van Joncker Jan MONIX voorsz; Joncker Rogier MONIX voorsz nog transport hebbende van Joncker Charle van VLADRACKEN zoon van Joncker Nijclaes van VLADRACKEN bij Barbara dochter van Jan van BRECHT bij Anna MONIX en Matthijs Ghijsberts van den ANCKER, gemachtigd voor schepenen van Antwerpen door Dierck de MOIJ, coopman en policiemeester, Mr Henrick de MOIJ secretaris van Antwerpen, zonen van Mr Nijclaes de MOIJ bij Catharina MONIX, dochter van Aert MONIX; Catharina de MOIJ in huwelijk hebbende Jan van BOECKEL en Catharina MONIX weduwe van Godevaert BADIX, voor haar zelve en gemachtigd door haar zusters Anna en Johanna, allen dochters van wijlen Joncker Luijcas MONIX, gaan erfdeling, aan van de goederen van wijlen Joncker Roeloff van DAELHEM en Hendrina JUSTIANANIJ, krachtens hun testament: Roosmalen, Vlijmen, Vrijdom van 's-Hertogenbosch, buiten de Vuchterpoort bij de Gelendonck; renten en pachten.
09.12.1602 | RA 1853 | f 278

Joncker Rogier en Joncker Henrick zonen van wijlen Jan MONIX; Joncker Willem van CHENU in huwelijk hebbende Catharina dochter van Joncker Jan MONIX; Joncker Rogier voorsz nog met Joncker Willem van CHENU momboir over de minderjarige kinderen van Joncker Nijclaes van BOSHUIJSEN bij Margriet MONIX ook dochter van Jan MONIX voorsz; Maria van BRECHT dochter van Jan van BRECHT, Ridder, bij Anna MONIX, zuster van Joncker Jan MONIX voorsz; Joncker Rogier MONIX voorsz nog transport hebbende van Joncker Charle van VLADRACKEN zoon van Joncker Nijclaes van VLADRACKEN bij Barbara dochter van Jan van BRECHT bij Anna MONIX, gaan subdivisie aan van de goederen, hen toegescheiden bij erfdeling op 9.12.1602 (zie: f 278).
09.12.1602 | RA 1853 | f 283

Joncker Rogier en Joncker Hendrick MONICX; Joncker Willem van CHENU, machtigen Matthijs van den ANCKER om de achterstallige renten over de goederen van wijlen Joncker Roeloff van DAELHEM en Hendrina JUSTIANANIJ, zijn huisvrouw - door hen gedeeld met de erfgenamen van Aert MONICX - tot 1600, te innen.
12.12.1602 | RA 1853 | f 286

Joncker Rogier MONIX, zoon van wijlen Jan MONIX, voor hemzelf en transport hebbende van zijn broeder Joncker Hendric MONIX; Joncker Willem van CHENU man en momboir van Catharina MONIX dochter van Jan MONIX voorsz; Heer en Meester Jan HANENS, plebaan en Mr Peter PELGROM, Raetsheer van 's-Hertogenbosch momboirs over de minderjarige kinderen van Joncker Nijclaes van BOSHUIJSEN bij Margriet MONIX, gaan subdivisie aan van de goederen van Joncker Roeloff van DAELHEM en Hendrina zijn huisvrouw, hen toegescheiden bij erfdeling op 9.12.1602 (f 286).
14.12.1602 | RA 1853 | f 286

Mr Jacop WIJTFLET en Roelant van SCHIJNDEL executeurs van het testament van wijlen Marten Adriaen van POPPEL weduwnaar van Heijlke zijn huisvrouw, dochter van Jan SEBASTIAENS en Elisabeth zijn laatste huisvrouw, dochter van Jochem MARCELISSEN, tot behoef van Elisabeth voorsz ter tochte en de naaste erfgenamen van wijlen Martens van POPPEL ten erfrechte, ter eenre en Dingna van POPPEL dochter van wijlen Jacob zoon van Jan Sebastiaens van POPPEL voorsz, Anneke en Marijke dochters van wijlen Andries zoon van wijlen Jan Sebastiaens van POPPEL, voor henzelven alsmede in den naam van hun innocente broeder Jan van POPPEL en gemachtigd door Sebastiaen en Gerard, hun broeders, zonen van Andries Sebastiaens Jan van POPPEL, allen erfgenamen van Heijlken dochter van wijlen Jan Sebastiaens van POPPEL, eerste huisvrouw van Marten van POPPEL voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Marten van POPPEL voorsz: chijnsen.
17.12.1602 | RA 1853 | f 290

Matthijs zoon van wijlen Jan PETERS, bakker, voor hemzelve en nog met Aert ISVOGELS momboir over de minderjarige kinderen van Joorden JANS, cuijper, bij Judith zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan PETERS voorsz; Matthijs voorsz, Joost WILLEMSZ, Herman en Adriaen zonen van Wijnant ARIENS, momboirs over de minderjarige kinderen van wijlen Peeter zoon van wijlen Jan PETERS voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Anneke weduwe van Jan PETERS, bakker: obligaties, renten, pachten en chijnsen.
14.03.1603 | RA 1853 | f 297

Marike en Huijbertken dochters van wijlen Jan Andriesen van den BOIJDONCK; Jan zoon van Willem zoon van wijlen Adriaen PETERSEN bij wijlen Barbara dochter van Jan Andriesen voorsz, voor henzelven en Jan voorsz nog voor zijn broeder Adriaen; Ghijsbrecht zoon van Anthonis Ghijsbrechts BOSCH, man en momboir van Maricken zijn huisvrouw en Wouter Claes van HANNEN man en momboir van Baetken zijn huisvrouw, dochters van Willem zoon van Jan Andriessen voorsz; Ghijsbrecht Anthonij BOSCH nog gemachtigd voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 12.6.1602 door Belijcke dochter van wijlen Willem zoon van Jan Andriesen voorsz, erfgenamen van wijlen Andries zoon van wijlen Jan Andriesen van den BOIJDONCK voorsz, ter eenre en Adriaen zoon van wijlen Jan Henrick van GRIENSVENNE bij Franske zijn huisvrouw, dochter van wijlen Adriaen Peeter VENNINCX - Franske voorsz is hertrouwd met Andries Jan van den BOIJDONCK - ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Andries Jan van den BOIJDONCK en Franske voorsz: te St Michielsgestel in het Bellebroeck en aan de Donck.
21.01.1603 | RA 1853 | f 305

Marike en Huijbertken, dochters van wijlen Jan Andriesen van den BOIJDONCK; Jan zoon van Willem zoon van wijlen Adriaen PETERSEN bij wijlen Barbara dochter van Jan Andriesen voorsz, voor henzelven en Jan voorsz nog in den naam van zijn broeder Adriaen; Ghijsbrecht zoon van Anthonis Ghijsbrechts BOSCH, man en momboir van Maricken zijn huisvrouw en Wouter. Claes van HANNEN, in huwelijk hebbende Baetken, dochters van Willem zoon van Jan Andriesen voorsz; Ghijsbrecht Anthonij BOSCH nog gemachtigd voor schepenen van 's-Hertogenbosch op 12.6.1602 door Belijcke dochter van wijlen Willem zoon van Jan Andriesen van den BOIJDONCK voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Andries Jan van den BOIJDONCK: te 's-Hertogenbosch in de St Anthonisstraet het pand het Trapke en het aangrenzende huis, Den Dungen en St Michielsgestel; verder chijnsen.
23.01.1603 | RA 1853 | f 306

Jan en Adriaen zonen van wijlen Willem zoon van wijlen Adriaen PETERSEN bij Barbara zijn huisvrouw dochter van wijlen Jan Andriesen van den BOIJDONCK ter eenre en Ghijsbrecht zoon van Anthonis Ghijsbrechts BOSCH in huwelijk hebbende Maricken en Wouter Claes van HANNEN man en momboir van Baetken, dochters van wijlen Willem zoon van Jan Andriesen voorsz en Ghijsbrecht voorsz nog gemachtigd door Belijcke dochter van wijlen Willem zoon van Jan Andriesen, ter andere zijde, gaan subdivisie aan van de goederen hen bij erfdeling togescheiden op 23.1.1603 (zie: f 306).
01.02.1603 | RA 1853 | f 321

Gosewijn zoon van wijlen Jan van der STEGEN bij Maria Lombarts van ENCKEVOIRT en Dierck van KESSEL, secretaris van 's-Hertogenbosch, in den naam van Geraert zoon van wijlen Jan en Maria voorsz, gaan subdivisie aan van een hoeve te Huculum onder Oisterwijk, hen bij: eerdere erfdeling aangekomen.
08.03.1603 | RA 1853 | f 327

Willem zoon van wijlen Henrick Willems van BEECK, Jan zoon van Nijclaes PETERS man en momboir van Geertruijt zijn huisvrouw, dochter van Henrick Willems van BEECK; Rutger zoon van Henrick JANS man en momboir van Aelken zijn huisvrouw, ook dochter van wijlen Henrick van BEECK, gaan erfdeling aan van de goederen van Delis zoon van wijlen Henrick Willems van BEECK, te Den Dungen op Cort Griensven, te St Michielsgestel, Schijndel, chijnsen en renten.
21.05.1603 | RA 1853 | f 331

Godevaert PIJNAPPEL zoon van wijlen Marcelis PIJNAPPEL bij wijlen Ermgardis zijn huisvrouw dochter van wijlen Goijaert van de MIDDEGAEL en weduwe van Jan Henricx Jans de LEUWE, ter eenre en Nicolaes zoon van Aert CUIJSTEN man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan PIJNAPPEL, zoon van wijlen Marcelis en Ermgardis voorsz; Godevaert voorsz met Godevaert van VLIERDEN, priester, cantor en canonick der cathedrale kerck van St Jan Evangelist te 's-Hertogenbosch, momboirs over Jan minderjarige zoon van wijlen Jan PIJNAPPEL voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Marcelis en Ermgardis voorsz: te 's-Hertogenbosch het huis de Engeenborch in de Vuchterstraet, een huis met zijn aangelag daar achter gelegen in de St Jorisstraet, door Ermgardis bewoond en door Marcelis voor de helft gekocht van Niclaes zoon van wijlen Henrick Jans de LEUWE; te Vught, Boxtel, Rosmalen, Udenhout en Lith; verder renten en chijnsen.
28.05.1603 | RA 1853 | f 335

Ten tijde van het bezoek van de Aartshertog aan 's-Hertogenbosch heeft een van de soldaten een pistool laten liggen. Dit pistool is gevonden door Jacob zoon van Jan GIJSSELEN, "in de drie Emmers". Hij wilde het wapen op St Catharina dag ontroesten. De knecht Henrick Jan ADRIAENS vroeg hem nog of het wapen ontladen was. Jacob voorsz heeft daarop in de lucht geschoten. Hoewel het kruit ontbrand was, was het schot niet afgegaan; bij het laten dalen van het wapen, ging het schot af. Op dat moment kwam de knecht met een pot bier uit de kelder en werd in de kuit getroffen. Hij is aan deze verwonding bezweken: het was een ongelukkige samenloop van omstandigheden en een zuiver ongeluk. De vader van de overledene met de halfbroeder Seger zoon van Henrick zoon van Antonius Jan COLEN bij Arijke dochter van Zeger van GERWEN, moeder van de overledene, geassisteerd met Aert Peter COLEN en Rutger Jans COLEN, verklaren dat het ongeluk geheel onopzettelijk geschied is.
Zij verlenen Jacob voorsz quijtschelding en ontlasting.
02.12.1603 | RA 1853 | f 342

Joncker Johan van CAMPEN, Raetsheer te 's-Hertogenbosch, zoon van wijlen Joncker Arnts van CAMPEN, ook Raetsheer van 's-Hertogenbosch.
Universeel erfgenaam is zijn huisvrouw Willemke dochter van Henrick SNOECK van EESSEREN.
26.09.1603 | RA 1853 | f 343

Meester Jan van BROEGEL, schepen van 's-Hertogenbosch, gemachtigd door Joncker Philips HINCKART, Heer van Lille, Bergen, Nederockerzeel etc. verpacht Willem zoon van Aert WILLEMS een windmolen te Nistelrode, een dwangmolen, voor drie jaar tegen 10 capuijnen - betaalbaar met zes stuivers per stuk - één mud boekwijt en 24 mud rogge per jaar.
31.05.1603 | RA 1853 | f 345

Aerdt zoon van wijlen Jacob Jansen AERTS, Schaelmaecker, bij Celijken BORCH zijn huisvrouw, voor k deel; Aerdt nog actie en transport hebbende van Jan de Oude en Peter, broeders, zonen van wijlen Jan Jacob Jan AERTS voor 2/4 gedeelten en Jan Christiaen LUCASZ; Peeter zoon van Dirck Jan ROELOFFS en Hendrick ADRIAENS, momboirs over Jan de Jonge, zoon van wijlen Jacob JANSZ voorsz, voor het resterende k deel, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jacob en Celijken voorsz: te 's-Hertogenbosch een huis in de Clarenstraet; renten en chijnsen.
03.06.1603 | RA 1853 | f 347

Mr Johan van BROEGEL, schepen van 's-Hertogenbosch, gemachtigd voor schepenen van Loven op 15.3.1602 door Joncker Jan van SPANG en Mr Michiel van VILERS, secretaris van Loven, last hebbende van Joncker Philips HINCKART, Heer van Lille, Bergen en Nederockerzeel etc. verpacht de wind- en rosmolen te Hees aan Marten zoon van wijlen Wouter zoon van Meester Peeter van THUIJLL, molder, voor drie jaar tegen 10 capuijnen, 1 mud boekwijt en 29 mud rogge per jaar.
Zijn borg is: Anthonius zoon van Reijner JANSZ te Geffen.
24.07.1603 | RA 1853 | f 350

Lambrecht METERS, Wilhelm van ELMPT, Anneke weduwe van Herbert Jansen VUCHTS alias OLIJSLAEGERS en Agnes Jacobs VERBIESDONCK, van den Grave, gaan erfdeling aan van een leenhoeve te Bocxtel, genaamd den Hof.
30.07.1603 | RA 1853 | f 353

Willem van Elmpt zoon van wijlen Jan van ELMPT en Lambert METERS weduwnaar van Maijke zijn huisvrouw dochter van Aert EIJMBERTS, weduwe van Philips zoon van wijlen Jan van ELMPT, gaan erfdeling aan van een leenhoeve te St. Oedenrode, ter plaetse geheten Houthem, gemeenlijk Kleijn Rijsingen, waarin Willem voor 1/4 en Lambert voor 3/4 gerechtigd is.
30.07.1603 | RA 1853 | f 361

Adriaen Jacopsz van LEENDT, prior en Jan van HERSSEL procurator van het Convent der Predikheren te 's-Hertogenbosch, verklaren dat het lijk van Domisio CARRACIOLA, Markies de LABILLO, van Napels, bij provisie is bijgezet in het choor van de kerk in den kelder omtrent het hoogaltaar.
Zijn nabestaanden kunnen hem altoos elders definitief begraven.
06.09.1603 | RA 1853 | f 364

Compromis in een geschil tussen Hans zoon van Marcelis Herman van BERGEN, Jan RAESSEN man en momboir van IJda zijn huis vrouw en Jacop BEIJHAERTS weduwnaar van Jenneke zijn huisvrouw, beiden dochters van Marcelis Herrmans voorsz, ter eenre en en Joseph zoon van Jacob BEIJHAERTS bij Jenneke voorsz, over de verkoop van eikebomen op de Hoeve de Wambergh.
17.11.1603 | RA 1853 | f 366

Jacob en Willem zonen van wijlen Jan de Oude zoon van wijlen Willerm Jan PIJNAPPEL, voor henzelven en in den naam van de andere kinderen van Jan de Oude; Jacop zoon van Jan JACOPS man en momboir van Catharina zijn huisvrouw en Marten JANSE, man en momboir van Engelken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan de Jonge, zoon van Willem Jansz PIJNAPPEL voorsz, voor henzelven en voor Elisabeth dochter van Jan PIJNAPPEL de Jonge; Jan van de VELDE man en momboir van Anneke zijn huisvrouw; Huijbert HEESTERS, man en momboir van Heijlken zijn huisvrouw; Willem van de LAER man en momboir van Elsken zijn huisvrouw, allen dochters van wijlen Jan STRICK bij Elisabeth dochter van Willem PIJNAPPEL Voorsz; Willem zoon van wijlen Willem zoon van Jan STRICK bij Elisabeth PIJNAPPEL voorsz, voor henzelf en voor Jan en Ghijsbert ook zonen van Willem STRICK voorsz; Jan van de VELDE, Huijbert HEESTERS, Willem van de LAER en Willem STRICK in naem van de kinderen van Niclaes ook zoon van Jan STRICK bij Elijsabeth voorsz; Abraham van BRECHT man en momboir van Margriet zijn huisvrouw, dochter van wijlen Geraert van DALE bij Elijsabeth zijn huisvrouw, dochter van Wouter zoon van Willem PIJNAPPEL voorsz, voor hen zelven en voor de andere kinderen van Gerard en Elijsabeth voirsz; Rijckart RUBBENS en Jacob PIJNAPPEL voorsz in den naam van de kinderen van Rijckaert bij Anneke dochter van Wouter PIJNAPPEL voorsz; Jacop PIJNAPPEL voorsz nog in den naam van Catharina dochter van Jan van TESVELT bij de voorsz Anneke dochter van Wouter PIJNAPPEL, allen erfgenamen van Heijlken dochter van Willem Jansz PIJNAPPEL, te Kessel, Empel en Oss; voorts renten en chijnsen.
03.12.1603 | RA 1853 | f 368

Abraham van BRECHT man en momboir van Margriet zijn huisvrouw dochter van wijlen Geraerts van DALEN bij Elisabeth zijn huisvrouw, dochter van Wouter Willems PIJNAPPEL, voor hemzelve en hem fort en sterk makende voor de andere kinderen van Gerard en Elijsabeth voorsz; Rijcharden RUBBENS met Jacob PIJNAPPEL in den naam van de kinderen van Rijchart bij Anna dochter van Wouter PIJNAPPEL voorsz; Jacop PIJNAPPEL nog in den naam van Catharina dochter van Jan van TESVELT bij Anneke dochter van Wouter PIJNAPPEL voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Heijlken en Jenneken, dochters van Wouter zoon van Willem PIJNAPPEL, te Empel; chijnsen en pachten.
09.12.1603 | RA 1853 | f 373

Goeswijn, Jan, Elisabeth en Heijlwich kinderen van wijlen Jan van der STEGEN zoon van wijlen Mr Goeswijn van der STEGEN, Raetsheer van 's-Hertogenbosch, voor henzelven en ook voor de portie van Maria hun zuster, ook dochter van Jan van der STEGEN voorsz en Wouter EELKENS man en momboir van Anna zijn huisvrouw ook dochter van Jan van der STEGEN voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van Elisabeth van der STEGEN, hun zuster, Bagijn op de Grote Bagijnhof te 's-Hertogenbosch, dochter van wijlen Mr Goeswijn van der STEGEN voorsz, krachtens testament van Elisabeth: in het Vrijdom van 's-Hertogenbosch bij de Hooge Donck, te Rossum, Empel, Driel en Litthoijen; verder renten, pachten en chijnsen.
20.03.1604 | RA 1853 | f 377

Jan zoon van wijlen Reijners Lambertsz CLOOT man en momboir van Aelken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Goijaert Jansz van ARNEM bij Peterke zijn huisvrouw dochter van wijlen Mr Nicolaas Joosten SCHEERSLIJPER en Cornelis Jans OLIJSLAGERS en Jacop zoon van wijlen Mr Nicolaas voorsz, momboirs over Jan minderjarige zoon van wijlen Goijaert Jan van ARNEM bij wijlen Peterken voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: obligaties en chijnsen.
24.03.1604 | RA 1853 | f 382

Catharina DORNINCK, borgeresse van 's-Hertogenbosch competeert een lijfrente van fl 12/10/-- 's jaars ten laste van de stad Mechelen. Zij verkoopt de achterstallige renten over 1590 t/m 1603 aan Jan zoon van wijlen Jan Willems DEENE.
24.03.1604 | RA 1853 | f 384

Gosina en Catharina, dochters van wijlen Diericx zoon van Goeswijn HEEREN en Seger Adriaensz de RUIJTER man en momboir van Aelken zijn huisvrouw dochter van wijlen Diericx voorsz, erfgenamen van wijlen Henrick zoon van wijlen Goeswijn HEEREN, raetsheer van 's-Hertogenbosch, ter eenre; Agnes en Dorfken dochters van Henrick WILLEMS alias GAST, erfgenamen van Willemke hun zuster, dochter van Henric WILLEMSZ, huisvrouw van Henrick HEEREN voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de goederen van Henrick HEEREN en Willemke zijn huisvrouw: chijnsen en renten.
29.03.1604 | RA 1853 | f 385

Gooswijn en Jan, Elijsabeth en Heijlwich, allen kinderen van wijlen Jan van der STEGEN zoon van wijlen Mr Goeswijn van der STEGEN, Raetsheer van 's-Hertogenbosch, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Elijsabeth van der STEGEN, Bagijn op de Grote Bagijnhof te 's-Hertogenbosch, dochter van Mr Gooswijn van der STEGEN voorsz: te Driel, Litthoijen, Empel, Rossum, Vrijdom van 's-Hertogenbosch en verder renten, pachten en chijnsen.
17.05.1604 | RA 1853 | f 390

Mr. Dierck van VECHEL, Raetsheer van 's-Hertogenbosch, man en momboir van Catharina zijn huisvrouw dochter van Walraven van HANENBERCH bij Hillegonda MONICX, zijn huisvrouw; Everaert zoon van wijlen Jan van de WATER; Mr Jan van BROEGEL in huwelijk hebbende Johanna, dochter van Sijmon zoon van Jan van de WATER voorsz; Ghijsbert van de VELDE en Willem van der LIJNDEN momboirs over de minderjarige kinderen van Sijmon van de WATER voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan van de WATER en Hillegonda MONICX: renten.
18.05.1604 | RA 1853 | f 396

Everard zoon van wijlen Jan zoon van Everarts van de WATER, voor hemzelve en in naam van Henric, Jeronimus, Aert en Peter zijn zonen, ter eenre; Mr Jan van BROEGEL, Raetsheer van 's-Hertogenbosch man en momboir van Johanna zijn huisvrouw, dochter van Sijmon zoon van Jan van de WATER voorsz, Ghijsbert van de VELDE en Willem van der LIJNDEN momboirs over de minderjarige kinderen van Sijmon van de WATER, gaan subdivisie aan van de goederen van wijlen Heer en Meester Peter van de WATER canonick der cathedrale Kerk van St Jan Evangelist te 's-Hertogenbosch, hen toegescheiden bij eerdere erfdeling: te 's-Hertogenbosch een huis op de hoek van de Ridderstraet en de Verwerstraet; landerijen buiten de St Antoniuspoort bij de Aa; renten en chijnsen.
14.07.1604 | RA 1853 | f 398

Gerard van TULDEN zoon van wijlen Diercx van TULDEN, voor hem zelve en hem fort en sterk makende voor zijn kinderen bij Anna zijn huisvrouw dochter van Jacop van ARCKEL, ter eenre; Wilhelmina weduwe van Joncker Johan van CAMPEN, voor haar zelve en haar fort en sterk makende voor Aerd van CAMPEN, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van de volgende goederen: de Liestcamp en de Cleijn Ossencamp te St Michielsgestel en te Den Dungen.
28.07.1604 | RA 1853 | f 402

Matthijs zoon van wijlen Jan Jan GEELIS de Jonge bij wijlen Jutta zijn huisvrouw dochter van wijlen Ariens zoon van Peeter EIJMBERTS; Hanrick zoon van Henricx RUTTEN man en momboir van Juttken zijn huisvrouw; Geelis zoon van Geelis Dirix DIRCKSZ man en momboir van Aelken zijn huisvrouw; Adriaen zoon van Claes Henricx GEERITS man en momboir van Anthoniske zijn huisvrouw, allen dochters van wijlen Jan Jan GEELIS de Jonge bij Juttken voorsz, Aerdt zoon van wijlen Simons VERHARTS.
28.07.1604 | RA 1853 | f 402

Man en momboir van Arijke zijn huisvrouw ook dochter van wijlen Jan en Jutta voorsz, voor henzelven en nog voor Geelis Jan van OSS, Jacob Jan DANCKEN; Arien zoon van wijlen Peeter Arien EIJMBERTS en Arien zoon van Willem ARIENS, testamentaire momboirs over Geelis onmondige zoon van Jan en Jutta - oud 21 jaar - gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan en Jutta, te Den Dungen, St Michielsgestel, in het Vrijdom van 's-Hertogenbosch achter de Donck; renten en chijnsen.
27.07.1604 | RA 1853 | f 404

Adriaen, Jacop en Marijke, kinderen van Niclaes zoon van Mr Henrick NIJENHOFF bij Jacomina zijn huisvrouw dochter van Adriaen de RUIJTER; Joost AELBERTS man en momboir van Margriet zijn huisvrouw, dochters van Mr Nijclaes bij Jacomina voorsz; Seger zoon van Adriaen de RUIJTER voorsz, Cornelis van den LEEMPUT en Daniel van VLIERDEN, momboirs over de minderjarige kinderen van Zeger zoon van Nijclaes en Jacomina voorsz bij Henricxken zijn huisvrouw, dochter van Mr Franchoijs van BALEN, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: renten, pachten en chijnsen.
27.07.1604 | RA 1853 | f 412

Reijnder, zoon van wijlen Reijnders POTTEIJ bij Hillegont zijn huisvrouw, dochter van wijlen Peter zoon van wijlen Roeloff van BROECKHOVEN bij wijlen Elijsabeth zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan van der ZEEREWIJN; Reijnder zoon van wijlen Arien JANS bij de voorsz Hillegont Peter Roeloff van BROECKHOVEN voorsz; Jacop Jansz van ROIJ man en momboir van Elisabeth zijn huisvrouw dochter van wijlen Reijnder en Hillegont voorsz, erfgenamen van Peter van BROECKHOVEN voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van Peter van BROECKHOVEN en van wijlen Gielis zoon van wijlen Henrick van BROECKHOVEN: te Rosmalen, chijnsen, pachten en renten.
21.08.1604 | RA 1853 | f 418

Aleijdt dochter van wijlen Jan JANS, blauwverwer, bij wijlen Anna zijn huisvrouw, dochter van wijlen Peter ROOMERS, eerder weduwe van Aert zoon van Jacop DIRICX; Aleijt huisvrouw van Huijbert zoon van Jan JANS en Anneke voorsz; Jan zoon van wijlen Jan Anthonis van BEECK alias de LOUWE; Antonius Peters de LOUWE en Peter zoon van Henrick DENIS momboirs over Jan, Jacomijn en Marike minderjarige kinderen van Jan zoon van wijlen Jan Antonius van BEECK, alias de LOUWE bij Erken zijn huisvrouw dochter van Jan JANS bij Anneke voorsz; Jacop Jans VERHEIJDE en Jan zoon van wijlen Jan Wouters van TILBORCH, momboirs over Jan, Anneke en Peterke, onbejaarde kinderen van wijlen Peter zoon van wijlen Jan JANS bij Anneke voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van Jan JANSZ en Anneke voorsz en van wijlen Jacop enige zoon van wijlen Aert Jacop DIRICXSZ bij Anna, zijn huisvrouw: renten en chijnsen.
28.07.1604 | RA 1853 | f 422

Meester Jacop BECX, Licentiaet in de Rechten man en momboir van Catharina zijn huisvrouw dochter van wijlen Everarts van de WATER, Gooswijn van ACHELEN weduwnaar van Josina zijn huisvrouw dochter van wijlen Everaerts voorsz, voor hem zelven en hem fort en sterk makende voor zijn minderjarige dochter bij Josina voorsz; Sijmon van BETMER man en momboir van Beelken zijn huisvrouw, ook dochter van wijlen Everaert voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Everaert van de WATER, hun schoonvader, van Everaert van de WATER de Jonge, zoon van Everaert voorsz en van hun oom, Heer en Meester Peeter van de WATER: te Vught St Petrus, Esch, Boxtel, Orten; voorts renten, pachten en chijnsen.
07.09.1604 | RA 1853 | f 426

Aert zoon van Diricx van DORN bij Mechtelt zijn huisvrouw, dochter van Rutger NAGELMAKERS, daarna weduwe van Aert Wouters VERMEER alias van HAREN, voor de ene helft; Huijbert zoon van wijlen Adriaen zoon van Wouter VERMEER uit het eerste huwelijk van Adriaen voorsz; Cornelis, Jan, Peter en Henrick zonen van wijlen Adriaen uit het tweede huwelijk van Adriaen; Embrecht zoon van wijlen Lambrecht PEIJNENBORCH, man en momboir van Wouterke zijn huisvrouw; Aert zoon van wijlen Jacop WILLEMSZ man en momboir van Arike zijn huisvrouw; Bartholomeus JANSZ man en momboir van Jenneke zijn huisvrouw, allen dochters van Adriaen uit zijn tweede huwelijk, voor de andere helft gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Aert Wouters VERMEER en Mechtelt Rutgers NAGELMAKERS, krachtens het testament van Aert en Mechtelt: te Son, Breugel, Haeren aan het Holeneijndt en in de Ruijbosch, Helvoirt in het Kerckbroeck, te Haeren achter de Nemelaer; pachten.
02.10.1604 | RA 1853 | f 434

Wouter, zoon van wijlen Adam MATTHIJSEN bij Geertruijd zijn huisvrouw, dochter van Wouter van HASSELT, weduwnaar van Maijken zijn huisvrouw dochter van wijlen Willem VERSCHOUT en Meester Willem VOS, curator over de absente Matthijs, zoon van wijlen Adam voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun vader: te 's-Hertogenbosch een huis in de Vuchterstraet omtrent de H. Cruijs poort; een lening van 200 gld ten laste van Jacop FLEUREN, burgemeester van Stralen; chijnsen en pachten.
09.10.1604 | RA 1853 | f 439

Meester Jan van BROEGEL, Raetsheer te 's-Hertogenbosch man en momboir van Johanna zijn huisvrouw dochter van wijlen Sijmon zoon van Jan van de WATER bij Catharin dochter van wijlen Wouter SCELLENS, zijn huisvrouw, ook Raetsheer van 's-Hertogenbosch; Ghijsbert van de VELDE en Willem van der LIJNDEN momboirs over Jan, Dierck en Catharina kinderen van wijlen Sijmon voorsz, Jan 23 jaar en Dierck 20 jaar oud - gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Sijmon voorsz, van wijlen Wouter SCELLENS voorsz, van Heer en Meester Peter van de WATER en van Hillegond MONICX weduwe van Jan van de WATER: te 's-Hertogenbosch een camer met zijn aangelag achter de Tolbrugh, waarin Wouter SCELLENS gewoond heeft en het huis, St Jacob, aan de Marct, waarin Wouter voorsz gestorven is, te Vught St. Peter, te Middelrode onder Schijndel, Maren, Kessel, Aerlebeeck, Cromvoirt, aan de Pettelaar, in het Vuchterbroeck; renten, pachten en chijnsen.
09.10.1604 | RA 1853 | f 439

Peter en Arndt zonen van wijlen Jochim Peeters van den HEUVEL en Adriaen zoon van Mr Goijaerts van EMPEL en Hendrick Willems van VLIJMEN momboirs over Jan de Jonge en Jan de Oude en IJken, kinderen van wijlen Jochim voorsz bij Stijnken zijn huisvrouw, dochter van Mr Goijaerts van EMPEL voorsz, ter eenre Jan Jans HEZEN man en momboir van Arnolda zijn huisvrouw, dochter van wijlen Goijaert Peeters van den HOEVEL, voor henzelven en Jan voorsz nog als momboir over Mattheus en Goijaert, zonen van Peeter MATTHEUSZ bij Marike dochter van Goijaert Peeters van den HEUVEL voorsz; Jan Jan HEZEN nog vanwege Jan Reijners van VLIJMEN man en momboir van IJken zijn huisvrouw dochter van Goijaerd Peters van den HEUVEL voorsz en van wege Jan zoon van wijlen Jacop SMITS bij wijlen Peterke zijn huisvrouw ook dochter van Goijaert Peters van den HEUVEL voorsz, ter andere zijde gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Heer en Meester Arnd Peters van den HEUVEL, priester en beneficiaet van de cathedrale kerk van St Jan Evangelist te 's-Hertogenbosch en van Aelken zijn zuster, dochter van Peter van den HEUVEL voorsz: renten, pachten en chijnsen.
23.10.1604 | RA 1853 | f 456

Johan MONIX zoon van wijlen Goijaert MONIX bij wijlen Elijsabeth zijn huisvrouw dochter van Jan Joosten ZEGERS; Hendrick van DOIRN man en momboir van Aelken zijn huisvrouw, dochter van wijlen Goijaert MONIX bij Elijsabeth voorsz; Joost PIJNAPPEL en Johan van WIERINGEN momboirs over Anna en Catharina minderjarige kinderen van wijlen Herman ROMBOUTS bij Johanna zijn huisvrouw, dochter van Goijaert en Elijsabeth voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Elijsabeth Jan Joosten ZEGERS, weduwe van Goijaert MONIX: in de Vrijdom van 's-Hertogenbosch: op de Pettelaer en in de Vliert; te Son; verder renten pachten en chijnsen.
27.10.1604 | RA 1853 | f 461

Catharina dochter van Eijmbert zoon van wijlen Ritger JANSZ bij wijlen Sophia Luijcas van DRIEL zijn eerste huisvrouw; Sophia dochter van Rutger voorsz bij Elijsabeth dochter van wijlen Herbert GEERITSZ, zijn tweede huisvrouw; Willem Laureijnsz van STIPHOUT man en momboir van Diricxken en Hendrick Neuwens GOOSSENS man en momboir van Agnees zijn huisvrouw, dochters van wijlen Eijmbert en Elijsabeth voorsz; Niclaes Geerit AERTS en Peter Jeronimus GEERITS momboirs over Jenneke en Baetke, minderjarige dochters van Eijmbert en Elijsabeth voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te Empel, Alem en Maren.
20.11.1604 | RA 1853 | f 470

Meester Walraven HANENS zoon van wijlen Dierck HANENS, Raedt en Rentmeester Generaal van de Domijnen van de Hertogen van Brabant in het kwartier van Loven, bij Catharina van der MOLEN zijn eerste huisvrouw, welke Dierck een zoon was van Franchoijs HANENS bij Adriana van GAMEREN zijn huisvrouw, voor hemzelven en in den naam van de andere kinderen van Dierck HANENS, daartoe bij Aelken dochter van Jan THOMAS krachtens testament van Adriana van wege en in plaets van de voorsz kinderen van Dierck HANENS geassumeerd en Adriana HANENS zijn zuster, alsmede voor de andere broeders en zusters, kinderen van Dierck HANENS bij Catharina van der MOLEN, ter eenre en Aelken voorsz dochter van Jan THOMAS ook dochter van Adriana van GAMEREN, ter andere zij de gaan erfdeling aan van de goederen die Adriana ter tochte en de kinderen van Heer Dierck HANENS bij Catharina van der MOLEN, Maria dochter van Frabchoijs HANENS bij Adriana zijn huisvrouw en de voorsz Aelken, ten erfrechte bezitten - Aelken voor 2/3 deel en de kinderen van Dierck HANENS voor 1/3 gedeelte - krachtens testament van Maria HANENS voorsz: renten en chijnsen.
12.05.1604 | RA 1853 | f 482

Jan zoon van Jan Wouters KOEIJTS, voor zich zelve, Jacob Geerits HOEIJMAECKERS met Jan voorsz momboir over Arnd en Jenneke minderjarige kinderen van wijlen Jan Aert JASPARS bij Aelken zijn huisvrouw dochter van Jan Wouter KOEIJTS; Beatrix dochter van wijlen Geerart Jan VOGELS; Mr Arnd van ASPEREN zoon van Peter Aerts van ASPEREN bij wijlen Elijsabeth zijn huisvrouw dochter van wijlen Geerart Jan VOGELS, voor henzelven en nog in den naam van Henrick zoon van Joost OLIJSLAGERS man en momboir van Geerartken zijn huisvrouw, dochter van Peter en Elijsabeth voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Wouter zoon van Jan Wouter KOEIJTS en IJken zijn huisvrouw dochter van wijlen Geerart Jan VOGELS voorsz: te 's-Hertogenbosch het huis de Beurie in de Vuchterstraet over de Molenbrug, Wouter Jan Wouter KOEIJTS aangekomen bij erfdeling voor schepenen van 's-Hertogenbosch, op 29.2.1584 te Vught St Petrus en te Vught St Lambert.
13.11.1604 | RA 1853 | f 482

Mr Walraven HANENS zoon van wijlen Dierck HANENS Raedt en Rentmeester Generael der Domijnen van de Hertogen van Brabant in het kwartier van Loven, bij Catharina van der MOLEN, zijn eerste huisvrouw, zoon van wijlen Franchoijs HANENS bij wijlen Adriana van GAMEREN zijn huisvrouw, voor henzelven en in den naam van alle andere kinderen van Dierck voorsz bij Catharina van der MOLEN en bij Magdalena RUIJSSCHEN zijn laatste huisvrouw en daartoe bij Aelken dochter van Jan THOMAS in conformiteit met het testament van Adriana van GAMEREN voorsz van wege alle de voor en naer kinderen van Dierck voorsz geassumeerd en Adriana HANENS zuster van Walraven HANENS; Walraven voorsz gemachtigd door Franchoijs oudste zoon van Mr Dierck, ter eenre en Aelken voorsz dochter van Jan THOMAS bij Adriana van GAMEREN, ter andere zijde, gaan erfdeling van de goederen, die Adriana van GAMEREN ter tochte bezeten heeft: renten en chijnsen (zie ook: f 487).
12.05.1604 | RA 1853 | f 485

De comparanten ter eenre uit de bovenstaande acte, geinstitueerde erfgenamen in plaats van Godaert HANENS zoon van Franchoijs bij Adriana van GAMEREN, volgens het testament van Adriana voorsz; Rombout ANTHONIS man en momboir van Maijke dochter van Peter zoon van Franchoijs HANENS bij Adriana voorsz en weduwe van Matthijs Peter van der MERENDONCK; Gerart HANENS, Jan LENAERTS en Peter ANTHONIS momboirs over de minderjarige kinderen van Maijke HANENS bij Mattheus PETERS voorsz en nog de voorsz Mr Walraven HANENS, voor hemzelve en alle de voor en naer kinderen van Mr Dierck voorsz, voor 2/3 gedeelte en Rombout ANTHONIS man en momboir van Maijke zijn huisvrouw met de momboirs over de minderjarige kinderen van Maijke voorsz bij Mattheus PETERS voor het resterende 1/3 gedeelte, gaan erfdeling aan van de goederen die Franchoijs aanbestorven zijn en die Adriana van GAMEREN ter tochte verkregen heeft: te Udenhout, Boxtel, in de Banne van Wijck en Boekel; renten en pachten.
12.10.1604 | RA 1853 | f 491

Bovenstaande condividenten gaan erfdeling aan van 1/5 in de goederen van Maria van GAMEREN zaliger huisvrouw van Mr Dominicus van den NIJEUWENHUIJS: te Huculum onder Oisterwijk; chijnsen, pachten en renten.
12.10.1604 | RA 1853 | f 498

Bovenstaande condividenten gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Maria dochter van Franchoijs HANENS en Adriana voorsz: renten, pachten en chijnsen.
06.11.1604 | RA 1853 | f 504

De bovenstaande condividenten gaan erfdeling aan van de goederen van Maria van GAMEREN huisvrouw van Mr Dominicus van der NIJEUWENHUIJS en Maria dochter van Franchoijs HANENS bij Adriana voorsz: renten, chijnsen en pachten.
06.11.1604 | RA 1853 | f 508

Agnes dochter van Henric zoon van Willem JANS alias GAST bij Dorfken zijn huisvrouw dochter van Anthonij de WAEL alias JONCKERS, weduwe van Ghijsbert ISEBRANTS; Elisabeth dochter van wijlen Henricx KEMP bij wijlen Dorfken zijn huisvrouw dochter van Henricx Willems GAST bij Dorfken voorsz; met Anthonij PIJNAPPEL, Raetsheer van 's-Hertogenbosch, curator over Marcelis, Agnes, Aelken en Susanna, kinderen van wijlen Willem PIJNAPPEL bij Bertken zijn huisvrouw ook dochter van Henricx KEMP, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Willemke dochter van Henricx Willems GAST voorsz, laatst huisvrouw van Henricx HEEREN, Raetsheer van 's-Hertogenbosch en deels ten deel gevallen bij erfdeling tussen hen en de erfgenamen van Henricx HEEREN en hen aangekomen via Aleijt JONCKERS: te 's-Hertogenbosch twee huizen in de St Jorisstraet tegenover de St Joriskapel, te Vucht St Peeters en verder renten, pachten en chijnsen.
18.12.1604 | RA 1853 | f 511

Jan Willems BLOEMAERTS in den naam van Johanna dochter van wijlen Willem MONIX, eerst weduwe van Jan WOLFFAERTS en laatst van Everaert van de WATER, ter eenre; Agnees dochter van wijlen Henricx Willem GAST weduwe van Ghijsbert ISBRANTS, Elijsabeth dochter van wijlen Henricx KEMP bij wijlen Dorfken dochter van Henrick Willem GAST voorsz en Anthonij PIJNAPPEL Raetsheer van 's-Hertogenbosch, curator over Agnees, Aelken, Susanna en Marcelis kinderen van wijlen Willem PIJNAPPEL bij Bertken zijn huisvrouw dochter van Henricx KEMP bij Dorfken voorsz, ter andere zijde, gaan erfdeling aan van twee huizen te 's-Hertogenbosch in de St Jorisstraet tegenover de St Joriskapel.
07.12.1604 | RA 1853 | f 518

Compromis in een geschil tussen Joncker Johan van ERP, domheer tot Luijdick en Heer en Meester Jan Hansschens van AERLE, vice-deken en scholaster te St Oedenrode, in den naam van Joncker Goijaert van ERP, provisor van de H. Geest Tafel te Oss, Dierck van OSS en Anthonis HUIJBERTS, H. Geestmeesters van Oss, ter eenre en de gedaagden: Claes MICHIELS, Ariaen Henrick SEBERTS, Rembout CELEN, Willem SANDERS, Cornelis Henricx van OSS, Henrick van GEMERT, Peeter Claes GUERTS, Daniel JACOPS, gelders van de pachten die de voorsz H. Geest Tafel competeren. Het geschil gaat over de wijze van heffen en het innen van de rogge pachten.
16.12.1604 | RA 1853 | f 520

Erbert en Deliana, kinderen van wijlen Lambert Erberts van der STAPPEN bij wijlen Geertruijdt zijn huisvrouw dochter van wijlen Henricx zoon van wijlen Wouter Loij TIMMERMANS en Jan SCHEFFER de Jonge zoon van Jan SCHEFFER de Oude bij Magdalena zijn huisvrouw dochter van wijlen Lambert Erberts en Geertruijdt voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Lambert en Geertruijdt voorsz alsmede van de goederen van hun tante: Catharina dochter van Henricx Rijcarts van der STAPPEN: te Vught St Peeters, Esch, Boxtel, Leende, Gemonde; verder: chijnsen.
24.12.1604 | RA 1853 | f 522